De scholen zijn weer begonnen

De scholen zijn weer begonnen. En we weten allemaal wel wat dat betekent. Precies, oppassen geblazen op de weg. En nee, ik heb het niet over fatbikes die je links en rechts om de oren vliegen. Wist je trouwens dat je ook veilig met die dingen over straat kunt? Zelf een keer gezien. Twee van die jochies reden achter me op zo’n fiets, toeterden netjes, wachtten geduldig tot ik aan de kant ging, haalden me toen pas in, en bedankten me voor het opzij gaan. En ja, de kans is aanwezig dat ze die stalen ros nog diezelfde ochtend hebben gejat en onderweg waren naar een drugsdeal, maar het gaat me nu even om het moment. De fatbike is niet het probleem, de bestuurder wel. Zoals ook op sommige gewone fietsen iemand zit die moeite heeft met het naleven van bepaalde regeltjes. Het is misschien al een behoorlijke tijd geleden, maar ik ben zelf ook jong geweest. En ik gedroeg me nou niet echt veel beter dan dat ik nu om me heen zie. Dus who am I to judge. Maar ik ben nu een vader, en ik wil niets liever dan dat mijn puber veilig op school komt. En ook weer thuis natuurlijk. Dus geef ik hem de normen en waarden van het verkeer mee. Want dat doe je als ouder. En laat dát nou net zijn wat ik bedoel met “oppassen”.

Want ik fiets naar mijn werk. En dan kom ik langs plekken waar het best verraderlijk kan zijn. Zoals de spoorwegovergang. Altijd een opstopping. Fietsers die zomaar oversteken waardoor auto’s midden op de rails stil moeten blijven staan. Je wil daar wel zo snel mogelijk weg, want zo’n aanstormende trein geeft een flinke kras in je lak. Maar dat loopt (meestal) goed af. Maar het echte gevaar waar ik dagelijks mee te maken heb, komt niet van die fietsers. Het is vele, vele malen erger. Die fatbikes zijn een lachertje vergeleken met de pogingen tot doodslag die me dagelijks toegeworpen worden. Openslaande autodeuren. En nu ontkom je er natuurlijk niet aan om een portier te openen als je wilt uitstappen, maar heb dan minimaal het fatsoen om te wachten tot ik je auto voorbij ben gefietst. De keren dat ik per dag niet hoef uit te wijken voor een deur die plotseling openslaat zijn op één hand te tellen. En dan hou je nog vijf vingers over. En het grootste deel van de onoplettende bestuurder schrikt daar zelf ook van, en maakt ook excuses. Maar er zitten er een paar tussen die het echt niet boeit. Die me aankijken alsof het míjn schuld is. Had ik daar maar niet moeten fietsen. Echt stom van mij.

Er is één bepaalde plek op mijn fietsroute die ervoor heeft gezorgd dat de premie van mijn levensverzekering is verdrievoudigd. De straat van een basisschool. Weet je nog, een paar zinnen terug? Wat je doet als ouder? Je geeft het goede voorbeeld. En dan heb ik het in dit geval niet over grammatica of zo. Als jij geen zin hebt om jou kind goed nederlands aan te leren, want er zijn belangrijkere dingen als dat (ja, dit deed ik expres), dan is dat niet míjn probleem. Daar heb ík later (hoop ik) geen last van. Maar leer ze astenblief wel om zich veilig te verplaatsen in het verkeer. En leg ze uit dat zij niet de enige weggebruikers zijn. Zoals even om je heen kijken als je een autodeur opengooit. Daar is een handigheidje voor he? Ik geloof dat dat zelfs in dit kleine kikkerlandje is bedacht. Namelijk als bestuurder met je rechterhand je portier openen. Dan kijk je vanzelf over je schouder en zie je of er een fietser, of een andere auto langskomt. Het kan zomaar levens redden. Bij voorkeur die van mij. UItgesmeerd worden over het asfalt voor een basisschool is nou niet echt het einde wat ik voor ogen heb. Is voor die kinders trouwens ook niet leuk. Alhoewel, de jeugd van tegenwoordig kennende pakken ze hun mobieltje om te filmen, en ben ik in no time een meme. Maar daar zit volgens mij echt niemand op te wachten.

Foto: Willeke Veldman